Rapunzel, Repelsteeltje & Thijs
door Rianne

laatst bijgewerkt op 13/02/2012

Zondag 20 november 2011:
Onze konijntjes (Rapunzel en Repelsteeltje) hebben twee broertjes die beroemd zijn geworden op deze weblog (Rakker en Reintje). Sommige mensen vinden het leuk om te weten hoe het gaat met de niet zo beroemde zusjes. Daar wil ik jullie wel wat over vertellen.

              
                                                  Augustus 2011

Rapunzel is het kleinste konijntje, met de plukjes tussen de oren. Ze is wat donkerder van vacht en ziet er ook wat ondeugender uit dan Repelsteeltje. Rapunzel is een heel leuk huppelbeestje. Als ze eten krijgt, komt ze daar meteen op af. Meestal springt ze dan meteen het hok uit, loopt wat rond en springt weer terug naar binnen. Vandaag niet. Ze had geen zin om weer naar binnen te gaan. Nou ja, het is weekend, we hoeven niet weg, er staan weinig plantjes meer in de tuin die ze lekker vinden. Laat dan het hek maar open. Twee minuten later hadden alle drie de konijnen het open hek ontdekt en liepen ze los in de tuin.

Thijs is het mannetje. Hij komt ook uit de opvang en woont al bijna drie jaar bij ons. Meestal is hij een heel lief, onhandig wolbaaltje. Maar hij is wel heel territoriaal. Als hij een kat in zijn tuin ziet, houdt hij die goed in de gaten om hem zo nodig weg te jagen. Soms doet hij dat helaas ook bij ons. Hij gromt dan als we hem brood geven of zijn voerbak pakken om te vullen. Soms steigert hij zelfs als hij iets lekkers grommend aanpakt. Ik denk dat hij zich dan erg stoer voelt. Eigenlijk is het een heel rustig konijn, dat graag languit op een zonnig plekje onder een struik ligt.

Met Repelsteeltje hebben we wat minder contact. Ze was schuw toen ze in augustus bij ons kwam wonen en ze is nog steeds heel voorzichtig. Ze durft vaak alleen bij ons in de buurt te komen als er gaas tussen zit. Bij ieder geluidje of onverwachte beweging duikt ze haar hol in. Soms neemt ze daarbij ook haar zus mee, die schrikt van haar snelle vlucht en dus ook maar de veiligheid opzoekt. Thijs zit dus vrij vaak in z’n eentje boven de grond.

Ze genieten alle drie van de herfst. Ze vinden het heerlijk dat er overal blaadjes op de grond liggen die ze kunnen eten. En het mos groeit ook zo lekker. Ze zijn ook blij met de havermout die ik strooi voor de vogels. Als ze uit hun hok mogen, kunnen ze daar ook lekker van eten. Ze maken vrolijke sprongen en sprinten hun testrondjes van de tuin naar hun hol. Het zijn geweldige sprinters (zelfs de wat mollige Thijs).

              
                                                   November 2011

Vanmiddag dacht ik er op tijd aan om het hek weer dicht te doen. Het was nog licht toen de konijnen weer opgesloten zaten. Dat leverde een paar teleurgestelde snoetjes op bij het hek. Want de schemering is toch wel hun favoriete tijd om rond te scharrelen in de tuin. Ze moeten niet zeuren, want hun hok is eigenlijk ook al een flink deel van de tuin.

En dit hebben zij er zelf over te vertellen!

Repelsteeltje:

"Laat ik zeggen dat ik Thijs en Rapunzel echt wel lief vind. Het is heel fijn om lekker tegen ze aan te zitten en een beetje met elkaar te knuffelen. Maar als het om werken gaat heb ik helemaal niets aan ze. Er moeten nu kuilen dieper gemaakt worden en bergjes moeten hoger worden. Daarna moet alles weer verschoven worden. Soms doet Thijs net alsof hij ook een beetje graaft, maar dat stelt weinig voor. Ik ben de enige die het zware werk doet. Rapunzel graaft helemaal nooit. Ze zit alleen maar een beetje zichzelf te wassen en doet alsof ze mooi is. Terwijl iedereen weet dat ik de mooiste ben.

Als het om eten gaat, zijn de anderen er juist altijd als de kippen bij. Gisteren was er andijvie. Thijs kreeg een stukje op zijn neus, omdat hij niet kon wachten totdat het in het hok lag. Ik deed net alsof ik niet zo nodig mee hoefde te eten. Maar toen ik zag dat Thijs de hele portie wel in z’n eentje op kon ben ik ook maar komen eten. Ik ben dol op andijvie. En ik kan ook heel snel eten. Ik heb dus ruimschoots mijn deel gehad.

Bij het graven gebeuren er soms rare dingen. Er moet natuurlijk veel zand verplaatst worden. Soms ben ik na het werken opeens mijn waterbak kwijt. Die blijkt dan vol met zand te zitten. Als ik heel hard gewerkt heb ligt hij zelfs weleens onder een bergje. Gek hè?!"


Rapunzel:

"Repelsteeltje vindt dat ik me als een klein kind gedraag. Maar ik vind zelf dat ik alles goed voor elkaar heb. Ik krijg precies wat ik hebben wil. Ik doe net alsof ik niet bang ben voor mensen, maar als ze denken dat ze me aan kunnen raken ben ik weg. Maar doordat ik er zo lief uitzie doen ze wat ik wil. Ik hoef maar even naar ze te kijken of ze doen het hek al weer open of ik krijg iets lekkers. Ze denken ook dat ik niet zoveel snoep van de plantjes in de tuin, maar als ze even niet opletten heb ik meteen een grote hap te pakken.

Pas geleden heb ik Thijs flink voor de gek gehouden. Hij liep achter me aan te rennen. Meestal stopt hij daar pas mee als hij me niet meer ziet. Deze keer had ik geen zin om in het hol te verdwijnen. Daarom ging ik in het smalle gangetje tussen het houten hok en het gaas. Toen hij me daar ook nog achtervolgde sprong ik soepel vanuit stilstand op het hok. Dat kon Thijs natuurlijk niet. Daar is hij veel te dik en onhandig voor. Hij moest achteruit weer terug lopen. Dat ziet er heel grappig uit. Ik was allang weer weg toen hij met z’n dikke billen uit het smalle gangetje kwam. Even later zaten we weer gezellig met z’n tweetjes te knuffelen op ons favoriete plekje.

Er gebeuren steeds rare dingen met mijn drinkbakje. Ik drink niet graag uit de echte waterbak, dus gebruik ik een klein bakje. Maar als ik die even omgooi, dan kan ik er daarna niet meer uit drinken. Dan leg ik hem nog op z’n kop, maar mooi dat er geen water meer in zit. Dan moet ik wel uit de echte waterbak drinken (als Repelsteeltje hem tenminste niet vol heeft gegooid met zand)."


Thijs:
"Die meisjes maken zich druk om van alles. Ik snap dat niet. Zolang er eten is en een rustig plekje om te luieren is alles toch prima?! Tegenwoordig ben ik de baas in het hok. Geweldig is dat! Rapunzel is vaak het eerst bij het eten, maar als ik er aan kom gaat ze meteen aan de kant. Dan krijg ik alle lekkerste stukjes. Ik vind het wel jammer dat deze meisjes er niet zo van houden om mij te wassen. Mijn vorige vrouwtjes deden dat heel vaak, maar deze beestjes wassen vooral zichzelf. Ik moet nu dus meer zelf voor mijn uiterlijk zorgen. Dat vind ik nog steeds erg wennen.

Mijn belangrijkste functie is het bewaken van het hok. Dat kan ik heel goed. Ze noemen me niet voor niets “Wolf”. Dat is echt niet alleen vanwege mijn grijze vacht en lange nekharen. Die naam heb ik echt verdiend en draag ik met trots. De katten in de buurt kennen me al. Pas probeerde er weer eentje bij het hok te komen, maar toen ik naar buiten kwam ging hij er gauw vandoor. De meeste katten proberen het niet eens meer. De muizen laat ik wel toe. Die lopen me niet in de weg en het eten wordt toch wel bijgevuld. Ze verstoppen zich trouwens meestal onder de wasmachinelekbak die in het houten hok staat. Ik zie ze alleen als ze komen eten. Wel gezellig toch?"


Gelukkig Nieuwjaar!
Repelsteeltje:

Thijs is een rustige eter. Hij krijgt een stukje brood, neemt een hapje, kauwt op zijn gemak, wil een volgende hap nemen. Dan ontdekt hij dat zijn brood niet meer is waar hij het verwacht. Hij zoekt even en vraagt dan een nieuw stukje aan het baasje. Op deze manier heeft hij zes keer een nieuw stukje brood gekregen en steeds maar één hapje gegeten. Toen Rapunzel even kwam kijken wat er aan de hand was, kreeg zij de schuld dat het lekkers steeds raadselachtig verdween. Niemand heeft mij verdacht. Als Thijs ontdekte dat het stukje brood weg was, zat ik altijd al 2 meter verderop stilletjes na te genieten van zijn stuk brood. Ik ben geen rustige eter. Ik kan heel snel flinke stukken op.

Thijs zegt dat er in deze tijd van het jaar weleens koud wit spul uit de lucht komt vallen. Dat spul blijft dan op de grond liggen en als je er op wilt gaan staan zak je er helemaal in weg. Ik geloof dat niet. Ik ben nu al 9 maanden oud en ik geloof niet dat er nog iets bestaat wat ik niet ken.

Rapunzel:
De kerstdagen waren heel gezellig. Lekker met z’n drietjes in ons favoriete hoekje. Een beetje knuffelen. Een beetje rollen. Eén keer rolde ik zo lekker op mijn rug dat ik opeens van het hellinkje af rolde. Daar schrok ik wel even van.

Een week later vond ik het niet zo fijn. Aan het begin van de ochtend had ik nog gewoon gegeten, maar vanaf een uur of 10 was er opeens heel veel herrie. Geknal en gefluit. Het dreunde heel hard op de grond. We zijn die dag ons hol niet meer uit gekomen. Thijs ging nog een paar keer wat eten en drinken, maar Repelsteeltje en ik durfden dat niet. Er lag een beetje hooi bij de ingang van ons hol, maar dat ontdekten we pas toen we de volgende dag weer tevoorschijn durfden te komen. We begonnen het jaar daardoor met een vreselijke honger en dorst.

De eerste keer dat we in het nieuwe jaar vrij in de tuin rond mochten lopen was geweldig! Ik had best stijve spieren gekregen van al dat stilzitten diep onder de grond tijdens al die herrie op oudjaar, maar na een beetje oefenen was het weer heerlijk om te rennen. Ik ben maar een klein konijntje, maar ik kreeg het voor elkaar om met 5 zweefsprongen de hele tuin te doorkruisen. Daar kreeg ik complimentjes voor.

De afgelopen tijd hebben we veel last gehad van de wind. Dat maakt heel veel herrie en er beweegt veel. Repelsteeltje en ik vinden dat niet fijn. We blijven dan zoveel mogelijk in ons hol. Als het donker wordt durven we wel naar buiten te komen, ook als het dan nog steeds waait. Vanaf 5 uur ‘s avonds lijkt alles opeens veel minder eng.

Soms heb ik zin om te klimmen. Ik kan het niet echt, maar ik kan me wel heel lang uitrekken. Ik klim dan tegen het gaas op of tegen boompjes.

Thijs (een man van weinig woorden Knipogen):
De mensen hebben een paar muizen verhuisd. Ze vinden dat er teveel van die beestjes rondlopen rond onze voerbak. Ik snap het probleem niet. Ze moeten gewoon onze voerbak vaker vullen, dan is het ook opgelost. Meestal zijn er maar een stuk of 7 muizen, dus dat valt toch wel mee? Ze wonen gewoon in een hol naast ons hol. Prima toch?

Kou en sneeuw
Thijs:
Er werd gevraagd of ik een keer iets wil vertellen. Ach, waarom niet.

We hadden het idee dat het al lente werd. De eerste knoppen kwamen al aan de planten. Toen werd het opeens heel koud. Dat was een tegenvaller, want dan zijn de plantjes ook niet meer zo lekker. De mensen bouwden meteen een tent om ons binnenhok om te zorgen dat de wind niet naar binnen kon blazen. Eigenlijk was dat niet zo nodig, want wij hebben een lekker bontjasje aan. We zijn met die kou wel wat vaker in ons hol gebleven, maar we hadden er niet zo heel veel last van.

Het was wel lastig dat alles zo snel bevroor. We moesten goed opletten wanneer er eten en drinken werd gebracht, want het water en de groente was altijd weer heel snel hard geworden. Gelukkig kwam de roomservice wel wat vaker langs dan normaal.

Pas was er buiten ons hok ook wat havermout gestrooid voor de merels en de roodborstjes. Dat was onder de sneeuw terecht gekomen. De merel stak zijn snavel steeds onder de sneeuw om te eten, maar ik kon dat ook. Na een paar heerlijke happen havermout zat mijn snoet wel helemaal onder de sneeuw. Daar moesten de mensen wel een beetje om lachen.

Rapunzel:
De sneeuw was spannend! Alles voelde raar aan en het zag er allemaal onbekend uit. Heel eng, maar toch ook wel leuk eng. De eerste keer in de sneeuw sloop ik heel voorzichtig in slow-motion vanuit het veilige gebied naar het onbekende. Voetje voor voetje kwam ik verder. Totdat er een vogel voorbij vloog; toen was ik in een halve seconde weer terug in het veilige hok. Daarna ben ik nog heel vaak in de sneeuw geweest. Als ik begin aan een tochtje sluip ik nog wel heel voorzichtig, maar ik wen er sneller aan en kan dan toch echt genieten van het rennen en springen in de tuin.

Repelsteeltje:
Thijs is mijn held. Hij is zo ongelooflijk dapper. Ik vind het eng om in de sneeuw naar buiten te gaan, maar Thijs niet. En als hij gaat, dan durf ik het ook. Ik blijf in de tuin zoveel mogelijk bij hem in de buurt. Dan voel ik me veilig. En ik weet niet hoe het komt, maar ik vind hem tegenwoordig ook zo vreselijk aantrekkelijk. Ik wil dan heel graag met hem knuffelen. Gelukkig vindt hij mij ook lief. Hij wil soms niet meer stoppen met knuffelen als ik hem eenmaal genoeg heb uitgedaagd. Dat is niet zielig voor Rapunzel hoor, want Thijs vindt haar ook heel erg lief.

De kou zorgt niet alleen voor hard water en sneeuw. Het is me opgevallen dat de grond ook hard is. Ik heb daar last van. Ik zou zo graag willen graven, maar dat lukt niet. Soms schuif ik wat met sneeuw, maar dat is niet hetzelfde als echt bouwen aan mijn leefomgeving.

Zondagavond 11 uur. Het is doodstil in de straat. Het heeft net een beetje gesneeuwd. Heerlijk rustig. Duidelijk ons moment om lekker met z’n drieën rond te scharrelen in ons buitenhok. Morgenochtend slapen we wel weer uit.